6 mei 2024
Mijn naam is Esther, 30 jaar oud en ik werk als palliatieve zorg verpleegkundige voor ZONL. Ik wist vroeger nooit precies wat ik wilde worden maar toen ik kennismaakte met de hbo verpleegkunde opleiding was het liefde op het eerste gezicht en verhuisde ik naar de grote stad om te gaan studeren. Na drie jaar hard werken mocht ik beginnen aan mijn afstudeerstage in het ziekenhuis; mijn droom werd werkelijkheid! Één week voor de start van die stage kreeg ik echter bericht dat mijn plek daar werd opgeheven en dat ik in het highcare hospice in De Bilt moest stagelopen. Toen kneep ik ‘m toch wel even. 20 weken lang alleen maar stervende en huilende mensen…tenminste, zo dacht ik. Maar wat bleek: mensen die bijna dood gaan….leven! Daar in dat hospice is mijn passie voor palliatieve zorg geboren. Sindsdien deel ik overal waar ik kan, mijn liefde voor deze zorg.
Het is al een hele tijd geleden maar ik zie haar zo weer voor me. Een jonge vrouw met prachtig golvend, donkerbruin haar en diepbruine ogen. Ze kon je indringend aankijken. Haar gezicht dat wekenlang rust en vertrouwen had uitgestraald, had die ochtend plaats gemaakt voor een gezicht met blauwpaarse lippen, wijd opengesperde ogen en een spitse neus. De hoofdsteun van haar bed stond op de hoogste stand maar dat was niet voldoende en ze boog zich voorover om zo veel mogelijk lucht binnen te krijgen.
Dit kan zo niet. Ging door mijn hoofd.
Haar hand zocht mijn hand en zachtjes kneep ze erin. Ik keek haar aan in haar diepbruine ogen en daar was het weer: de rust, het vertrouwen. Alsof ze tegen mij ging zeggen: komt wel goed.
“Dit kan zo niet, toch?” hoor ik mezelf tegen haar zeggen..
Ze wilde helder sterven en weigerde alle medicatie die dat zou kunnen bezoedelen. Het gevoel van benauwdheid kunnen we in het algemeen goed verminderen met een beetje morfine maar ik mocht het haar niet geven. Ze wilde het niet.
‘Dit kan zo niet’ bleef door mijn hoofd gaan en die middag belde ik met de huisarts. We praatten en dachten na, maar we stonden met lege handen. Toch?
Later die dag keerde ik naar haar terug met lood in mijn schoenen. Daar zat ze, nog altijd voorover gebogen maar om haar heen stonden nu alle waaiers die de familie had kunnen verzamelen. Om die waaiers heen zat op de tweede rang haar voltallige familie. Er werd gebeden, gegeten en gedronken. En zij zat als het grote middelpunt in het bed. Ze was zichtbaar hard aan het werk maar in haar ogen straalde nog altijd vertrouwen en rust.
Zij leerde mij die dag belangrijke lessen. Wie ben ik om te denken ‘dit kan zo niet’? In de palliatieve zorg maken we ons hard voor kwaliteit van leven en sterven voor de persoon om wie het draait. Niet om wat voor MIJ kwaliteit is. Ze leerde me dat kwaliteit van leven niet altijd betekent dat je zo min mogelijk last ervaart van je lijf. Ze leerde me dat het hebben van vertrouwen in iets onzichtbaars en ontastbaars je soms alle kwaliteit kan geven die je nodig hebt.
Jaren later bel ik aan bij een man op leeftijd die al hele lange tijd alleen leeft. In zijn kleine huisje – of eigenlijk enkel in zijn slaapkamer – leeft hij een ingetogen leven. Het is een doorleefd huis van een doorleefde man. Met zijn laatste energie heeft hij de deur voor mij geopend en ik loop achter hem aan op een paadje van 30 centimeter breed tussen al zijn spullen door naar een bed achter in de kamer. Hij zakt hijgend neer. De geur van tabak en het gebrek aan regelmatig douchen dringt mijn neus binnen. Ik geef hem een tijdje om bij te komen en dan zegt hij: “Het is goed zo. Ik kan niet meer, meisje”. Ik kijk wederom in diepbruine ogen vol vertrouwen. Dik keer geen vertrouwen in een onzichtbaar en ontastbaar iets, maar in mij en de morfine die de huisarts voorgeschreven heeft.
Ik kijk om me heen en neem de kwetsbaarheid van de situatie in me op. Hij ligt hier straks in zijn eentje met een infuus met morfine? Ik kan hem toch niet zo achterlaten? Wat als hij verward raakt?
Dit kan zo niet… komt in mijn gedachten op.
“.. en ik vind het zo fijn dat dit gewoon thuis kan.. ik ga hier écht niet weg.” Vervolgt hij fluisterend. Ik kijk hem aan en hij lacht voorzichtig zijn tandeloze mond bloot. Ik besluit te zeggen: “Kan dit zo...voor u?”
En het kon voor hem zo. Sterker nog: het had niet anders gekund voor hem. Deze beide mensen zouden een we een slechte kwaliteit van leven hebben bezorgd als we hadden gehandeld zoals wij dachten dat ‘het beste’ was. We hadden mevrouw morfine kunnen geven en we hadden meneer graag naar de veilige omgeving van een hospice verplaatst.
Maar wie ben ik om te bepalen wat voor hen kwaliteit van leven is?
Palliatieve zorg draait om mensen in hun geheel en niet alleen om pijn, benauwdheid of misselijkheid. Die zaken komen soms om de hoek kijken in de allerlaatste weken, dagen of uren van het leven. Maar er is vaak al zo veel geleefd vóór die tijd en ook voor een stervende is er vaak nog zo veel meer dan ‘alleen’ het fysieke ongemak.
De uitdaging aan gaan om dan álle facetten van het leven in perspectief te zetten, te kijken wat jou nog kwaliteit biedt en je te helpen om het op jouw manier te doen.. Dat is toch het mooiste vak op de wereld?
Ze stierven beiden op hun eigen manier. Vol vertrouwen en rust.
Meer weten?
Esthers blogs verschijnen regelmatig via de werkenbij-website van ZONL. Hou onze social mediakanalen in de gaten, want dan weet je snel wanneer er een nieuw verhaal online staat. Heb je vragen aan Esther? Neem dan contact met ons op. We vinden het leuk van je te horen! E-mail Esther via werkenbij@zorggroep-onl.nl .